Undercover als Sint en Piet

Undercover als Sint en Piet de kinderfeesten af. Om te zien of de oude baas nog enig respect krijgt van de huidige generatie. Een van mijn meest bijzondere, maar zeker meest hilarische verhalen die ik ooit – in dit geval samen met William Pomp – schreef. Over verscheurde bekeuringen, schimmige transacties en Piet die zich niet in de maillot kan wurmen. Het relaas.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Sint en Piet krijgen een bekeuring

Sint en De roe? Nee, die hoort in tegenstelling tot vroeger niet meer thuis in de uitrusting van Piet. Hooguit voor de sier, maar zeker niet om er mee te dreigen, laat staan er mee te slaan.

Gevoed door nieuwe wetenschappelijke inzichten is de bos berkentakken pedagogisch onverantwoord, vinden de ouders van nu. Hetzelfde geldt voor de trouwe belofte dat stoute kinderen bij wangedrag mee moeten naar Spanje om een jaar lang aan de pepernotenmachine te staan. Vervoer per zak. Of zout in de schoen. Allemaal uit den boze. Bangmakerij is niet goed voor de tere kinderziel.

“Maar ik wou dat ik er nu even op terug kon vallen”, fluistert Sinterklaas diep zuchtend tegen Piet als hij het laatste F-jes-team van een Groninger voetbalvereniging op het podium verwelkomt.

Sint en Piet hebben het zwaar deze woensdagmiddag. Loodzwaar. Bij binnenkomst gaat het al mis. De vaste openingsact loopt compleet in de soep.

De afspraak luidt dat Piet eerst alleen de zaal in rent en de kinderen in quasi paniek vraagt of ze in hemelsnaam weten waar Sinterklaas is. Piet is hem zogenaamd sinds vanochtend al kwijt. De knecht vertelt en passant wat dingen die Sint beslist niet mag weten. Gezamenlijke geheimen uit Het Sinterklaasjournaal. Dat babypiet als verstekeling aan boord is gekropen en dat Vergeetpiet niet meer weet waar de sleutel van de pakjeskamer ligt. Uiteindelijk onthult Piet de geheime methode om Sinterklaas binnen te krijgen. Die bestaat uiteraard uit het zingen van Sints favoriete nummer Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht.

Maar de kinderen zijn Piet dit keer een slag voor. “Sinterklaas staat al in de gang hoor, we hebben hem samen met jou binnen zien komen”, schreeuwen tientallen keeltjes. Onder het roet Kost en Piet P loopt Piet rood aan. Razendsnel improviseert hij.

Is het écht waar, ik heb hem niet gezien hoor!”

Hij weet niets beters te bedenken dan het lied maar aan te heffen. Onder de noten van het welkomstnummer betreedt de goedheilig man sneller dan verwacht de zaal. De normale voorbereiding van een minuut of vijftien inlezen in de schrijfsels van ouders schiet er noodgedwongen bij in.

Het uur dat volgt is er één van kommer en kwel. De kinderen prikken Piet met een stok in zijn in roze panty’s gehulde kuiten. Sint laat zich het Grote Boek uit handen slaan en moet zich verweren tegen de constatering van één van de blagen dat de pagina’s geen letters bevatten, zelfs maagdelijk wit zijn. “Dat komt omdat jij niet kan lezen”, oppert Sint. Handenvol pepernoten vinden intussen per kerende post hun weg terug naar de gulle gevers. De lekkernijen vliegen Sint en Piet links en rechts als kanonskogels om de oren.

Hulpsint en hulppiet beginnen zowaar een beetje spijt te krijgen van hun hand- en spandiensten voor de enige echte Sinterklaas. Is dit het waard? Jezelf pijnigen door de baard straks weer letterlijk met huid en haar er af te trekken?

Piet die nog dagenlang als gothic door het leven moet vanwege de nauwelijks te verwijderen make-up?

Sinterklaas en zwarte pietDe voorbereiding van de undercoveroperatie start al in oktober als Sinterklaas zelf nog lekker warm in zijn Madrileense kasteel zit. Een speurdertje in Dagblad van het Noorden moet genoeg afspraken opleveren. ’Sint en Piet over de vloer? Bel …’ De eerste plaatsingen van het kattenbelletje passeren schijnbaar onopgemerkt, maar eind november rinkelt de telefoon onophoudelijk. Het weekend van 4 en 5 december en de zaterdag ervoor lopen moeiteloos propvol.

Kleding reserveert het undercoverduo bij Kostuumverhuur Groningen. Een sintkostuum kost 75 euro per dagdeel, een pietenpak 50. Voor grimeren moet nog eens 25 euro per persoon worden neergeteld.

Op zaterdag 27 november is het zover. Een optreden in de regio voor de kinderen van vakbondsleden. De vaste Sinterklaas is geblesseerd. Of hulpsint en hulppiet kunnen invallen voor twee uurtjes. De afspraak staat om elf uur. Voor schmink en omkleden rekenen ervaringsdeskundigen ruim een uur, maar Sint en Piet nemen geen enkel risico en melden zich om negen uur al bij de kleding- en grimeservice. Aangekomen bij de balie reikt een dame de kledingpakketten uit.

Sint hijst zich in een witrode fleecerok. Daar slaat hij een soort van wit laken omheen. Een rood kardinaallint en een tailletouw, de zogeheten klingel, maken het af. Mijter en tabberd volgen nog uiteraard, maar dan is Sint reeds voorzien van overvloedige gezichtbeharing, vakkundig met flinke toeven plaksel vastgelijmd aan kin en bovenlip. Sint krijgt nog het verwijt dat ie zich de volgende keer wel even mag scheren.

Piet wurmt zich intussen in zijn corduroy pietenpakje en roze maillot. Zelfs de grootste die ze op voorraad hebben, enig in zijn soort, knelt. In de schminkkamer stikt het van pieten en klazen. Sint wordt stevig gepoederd. Potloodlijntjes moeten rimpels accentueren voor het verkrijgen van honderden jaren ouderdom. Piets weelderige haardos wordt opgestoken om geen rossige sprieten onder de zwarte krullenpruik weg te laten kruipen. Bruine verf bedekt even later iedere vierkante millimeter van zijn gezicht. De prut zit zelfs tot diep in zijn oren.

Om elke kans op mislukking uit te sluiten verdiepen Sint en Piet zich intussen nog snel in de strakke regels die normeringinstituut NEN heeft opgesteld. Jazeker, er bestaat een officiële leidraad – NEN 0512 Leidraad voor het Sint-Nicolaasfeest – voor het eerbiedige vak van hulpsint en hulppiet. Het lijvige rapport schrijft onder andere voor dat Piet zijn pepernoten slechts in een boog mag gooien, zeker niet mag smijten.

De baard van Sint is wit of roomwit en 350 tot 500 millimeter lang, gemeten vanaf de bovenlip. Ook niet onbelangrijk: de Grote Kindervriend dient zich op een waardige manier te vervoeren. Is een grijze Nissan Almera waardig? “Wel als we hem ’Almerica’ noemen” vindt Piet, die de naam van Sints echte schimmel Amerigo daarmee enigszins verbastert.

Tijd om te gaan. Bij het afdalen van de wenteltrap die naar de voordeur leidt, begaat Sint meteen zijn eerste blunder. Hij buigt zijn hoofd om te kijken of zijn zwartgelakte schoenen op de juiste trede belanden. Prompt komt de mijter los van Sints witte manen. Het hoofddeksel glijdt in duikvlucht naar beneden. Piet snelt de trap af om de mijter op te rapen en af te kloppen. Sint besluit dat zijn knecht het gevaarte beter bij zich kan houden tot op locatie. Achter het stuur zit de hoed ook alleen maar in de weg.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
‘Een goedheiligman kan geen boete krijgen’

Aangekomen op de parkeerplaats bij ’Almerica’ wacht Sint en Piet een volgende onaangename verrassing. Onder de rechter ruitenwisser prijkt een prent van 51 euro. De eindtijd is een kwartiertje verstreken. “Dit kan niet”, moppert Sint.

Een goedheilig man kan niet worden beboet.”

Witheet beent hij richting het tegenover gelegen politiebureau, zijn trouwe knecht in zijn kielzog. “Meneer de agent, dit kan niet zo”, begint Sint zijn verhaal. De baliemedewerker toont begrip, maar verwijst naar de verantwoordelijke verbalisant. Die treft Sint even later buiten. Ze ziet onmiddellijk haar vergissing in. “Ik wil niet dat u mij overslaat dit jaar”, knipoogt de agente, terwijl ze de bon verscheurt.

Tevreden trapt Sint even later diep het gaspedaal in. Tien minuten later rijdt het duo de parkeerplaats op.

Buiten in de vrieskou snelt een comité bestuurders van de vakbond Sint en Piet al tegemoet. “De kinderen zijn al flink opgewonden en zenuwachtig”, vertelt de voorzitter, die Piet intussen een enveloppe in de handen duwt. De transactie heeft iets schimmigs. “Zo, hebben we dat afgehandeld.” Of Sint even wil tekenen. “We moeten het wel kunnen verantwoorden.” De goedheilig man krabbelt ’SINT’ onder aan de bon, terwijl Piet de enveloppe in het dashboardkastje stopt. De 150 euro gaat naar een goed doel.Sint en Piet

Binnen wachten ongeduldige kindertjes. Verwachtingsvolle blikken van blind geloof, ongeduld en angst. Het wordt een gedenkwaardige ochtend. De kinderen zingen onder de professionele begeleiding van Piet uit volle borst hits als Piet ging uit fietsen mee en geven daarna Sinterklaas verlegen een handje. Denny (6) uit Haren laat trots zijn trucje zien. Hij kan een potlood op zijn neus laten balanceren. Piet probeert het ook, maar krijgt het uiteraard niet voor elkaar. Hilariteit alom. Netjes nemen de kleintjes de cadeautjes, vier zakken vol, in ontvangst. Sint wordt bedankt voor zoveel gulheid. Er heerst orde en respect. Hier wel.

Wat Sint en Piet opvalt zijn de tongbrekers van namen waar ouders hun kroost tegenwoordig mee opzadelen. Geen Jan, Kees en Marie, maar Cemmy-Jay, Manolya, Thirza, Viggo en Abderamane. Sint krijgt op de kop als hij bij de voetbalclub met de beste bedoelingen Fodel naar voren roept. “Het is FoDÈL”, klinkt het verontwaardigd.

Snel leest Sint uit het Grote Boek voor dat Fodel een harde werker is op het middenveld en al zeven keer heeft gescoord. De knaap is de misstap alweer vergeten. Niet elke vergissing is overigens te wijten aan Sint. Het organisatiecomité laat hier en daar ook steekjes vallen. De informatievoorziening is soms hopeloos. Zo heeft Sint van elk F-team een opsomming, behalve van F1. Die leider heeft verzuimd.

Prompt ’vergeet’ de Grote Kindervriend de spelers van het vlaggenschip, wat hem op een storm van protest komt te staan als Piet vraagt of iedereen eindelijk wat heeft gekregen.

Wat een verschil in kinderen. Het gros is weliswaar lief en welopgevoed, maar er zitten ratjes tussen. Respect voor Sinterklaas is geen vanzelfsprekendheid. Het kroost spreekt de ’oude baas’ gewoon aan met je en jij. Dat was vroeger wel anders.

Krijg ik een groot cadeau van jou”,

vraagt er één met een gretige blik. De meesten eisen iets van Toy Story, maar met Playmobil of Lego kan Sint ook nog aankomen. De goedheilig man stoort zich een beetje aan de hebberigheid van het jochie. Dan besteedt hij een half miljard euro in Nederland en dan is het nog niet goed? De Grote Kindervriend haalt zijn schouders op. Het ventje druipt af met een pruillip.Wat een vrek, moet hij denken. Piet laat zich intussen cadeaus uit handen grissen. Er kan vaak geen bedankje af.

Vermoeid maken Sint en Piet rechtsomkeert. Te voet richting kostuumwinkel ontdoet het duo zich melig van de laatste pepernoten. “Jij mag vanavond jouw schoen zetten”, belooft Piet een passerend jongetje plechtig.

“Maar dat heb ik gisteravond ook al gedaan”, bekent de dreumes eerlijk. “Jahaa”, zegt Piet.

Dat weten we. Maar vanavond zit je alwéér op de route. Zet dit keer maar een extra grote schoen, want we konden afgelopen nacht ons grootste pakje niet kwijt bij jou.”

Moeders trekt wit weg. Met een zucht kijkt ze op haar horloge. “Nou, dat moet dan maar”, glimlacht ze als een boer met kiespijn.

Schaterend verdwijnen Sint en Piet achter de coulissen. Tijdens het afschminken met eiershampoo (“dat werkt het beste”) maakt het undercoverteam de balans op van de operatie. Geweldig, die blikken van tevreden kinderen. Maar de inspanningen en vermoeienissen die er tegenover staan zijn moordend. Volgend jaar moet de échte Sint maar een beroep doen op een andere hulpklaas en -piet.

 

Plaats een reactie